Piercing verzorging
Gefeliciteerd met je nieuwe piercing!Hieronder staat informatie over je piercing en hoe je eventuele problemen kunt voorkomen.
Genezing

Hieronder worden de richttijden vermeld.
Oren | 6-9 weken |
Neus | 7-9 weken |
Lip | 4-6 weken |
Kraakbeen (in je oor) | 6-9 maanden |
Tepel(s) | 3-5 maanden |
Navel | 6-9 weken |
Verzorging
Het is heel belangrijk je piercing goed te verzorgen, om ontstekingen en infecties te voorkomen.Een goede piercer geeft je een nazorgformulier, waarin beschreven staat hoe je je piercing moet verzorgen. Krijg je deze niet direct na het zetten van je piercing, vraag er dan om.
Tips:
Raak de piercing tijdens de genezingsperiode zo min mogelijk aan. Moet je er toch aanzitten, was dan eerst je handen met antibacteriele zeep. Het wordt afgeraden om pleisters of verband over de piercing te dragen, tenzij je gaat sporten of vuil werk moet doen. Probeer de piercing droog te houden (geen zweet, vet etc.). Verschoon bij oorpiercings dagelijks je kussensloop.Tijdens het genezen kun je ervoor kiezen een zoutspray te gebruiken, deze kan ook helpen bij irritaties.
Extra tips bij navel- en/of tepelpiercings
Het is verstandig om na het zetten van een navelpiercing geen strakke, hoogzittende broeken te dragen. Dit kan er namelijk voor zorgen dat de piercing gaat schuren, bewegen, regelmatig blijft hangen of tegen de rand van je broek stoot. Dit is niet alleen pijnlijk, maar is ook niet goed voor het helingsproces.Vermijd direct contact met wol of pluizige kleding. Draadjes die in de piercing terecht komen, zorgen voor irritaties en een ontsteking kan het gevolg zijn. Het beste is daarom om bij een navel- of tepelpiercing een katoenen hemd of t-shirt te dragen en doe dagelijks een schoon shirt aan. Douchen met een piercing is heel goed, hierdoor blijft de piercing schoon. Ga niet in bad zitten weken. De piercing moet je zien als een wond en ook zo behandelen.
Nazorg
Was de piercing (met uitzondering van een tong-, lip- of mondpiercing) tijdens het
genezen twee keer per dag met een milde ongeparfumeerde zeep. Dep hem vervolgens
droog met een schone handdoek of tissue. Houd de piercing de rest van de dag zo
droog mogelijk.
Let tijdens het genezingsproces op het volgende:
• Raak de piercing zo min mogelijk aan.
• Smeer geen zalf op de wond en druppel er geen ontsmettingsmiddelen op zoals
Sterilon® of Betadine® (tenzij een arts anders aangeeft).
• Zorg dat er geen haarspray, gel of andere producten in de buurt van een
oorpiercing komen.
• Draag geen pleisters over de piercing (alleen tijdelijk tijdens het sporten).
• Draag geen strakke of vuile kleding over de piercing.
• Vermijd (bubbel)baden, zwembaden, sauna’s en stoombaden.
• Verwijder de piercing nooit zelf.
Let bij een orale piercing ook op het volgende:
• Vermijd kussen en orale seks tijdens het genezingsproces.
• Poets regelmatig de tanden, bij voorkeur met een tandpasta op basis van
zoutoplossing, en gebruik zo nodig mondwater op basis van een
chloorhexidineoplossing.
Let bij een genitale piercing ook op het volgende:
• Drink ongeveer één uur voor het schoonmaken van je genitale piercing een glas
water. Zo kun je zeepresten na het wassen sneller uitplassen. Zeep in de
urinebuis kan een blaasontsteking veroorzaken.
• Bescherm genitale piercings tijdens seksueel contact altijd met een extra stevig
condoom (bijv. een condoom voor anale seks) of een beflapje. Heb bij voorkeur
geen seksueel contact tijdens het genezingsproces.
Let op: de huid rondom je piercing kan direct na het piercen rood worden en flink
opzwellen. Dit is normaal. Maar neem contact op met de huisarts als:
• je je zorgen maakt over de genezing;
• je binnen een paar dagen na het zetten van de piercing ziek wordt of koorts
krijgt;
• lichamelijke klachten zoals jeuk en roodheid binnen 48 uur na het zetten niet
afgenomen zijn;
• je 24 uur na het zetten ineens nieuwe klachten krijgt, of de klachten verergeren;
• je de piercing wilt verwijderen tijdens het genezingsproces (bijvoorbeeld
vanwege klachten of uitgroei- of afstotingsverschijnselen)
Risico´s en gevaren
Laat geen piercing aanbrengen:• op plaatsen waar je het afgelopen jaar plastische chirurgie of bestraling hebt ondergaan;
• op een plek die minder dan drie maanden geleden is gepiercet;
• op geïrriteerde huid zoals bultjes, donkere moedervlekken of zwellingen;
• als je onder invloed bent van alcohol of drugs;
• als je zwanger bent.
Daarnaast wordt het afgeraden om een piercing te laten zetten als je last hebt van één van de
volgende aandoeningen:
• diabetes;
• hemofilie;
• chronische huidziekte;
• allergie voor piercing(materialen);
• immuunstoornis;
• hart- en vaatafwijkingen.
Heb je één van deze aandoeningen of gebruik je antistollingsmiddelen of antibiotica? En wil je
toch een piercing? Overleg dan eerst de mogelijkheden met een arts.
Kijk voor achtergrondinformatie over bovenstaande risico’s op www.veiligtatoeerenenpiercen.nl.